Céleste op actieve stage bij inspinazie, hier samen met Charlotte en Nathalie

Inspinazie door de ogen van een logé.

Door Céleste Vanautgaerden. Céleste studeert in het 6de middelbaar van Steinerschool De Zonnewijzer. In deze school hebben leerlingen elk jaar een weekstage, waarbij ze telkens op een andere manier met twee benen ergens in de wereld staan. Een week lang ging ze actief mee de baan op met Inspinazie, voornamelijk bij TIM. In deze blog deelt ze enkele van haar indrukken en in het bijzonder hoe opvallend verschillend ze de doelgroepen vond.

Een week logeren in Huis Inspinazie

Ik zat afgelopen week meermaals op de eerste rij in voorstellingen van Inspinazie, waar ik mensen in het publiek hoorde denken: “Wat doet die hier? Wow, die is wel heel jong? Bij wie hoort die?” Wel, ik ben Céleste, en ben met deze leuke en gezellige groep mensen meegekomen. Ik kijk, observeer en geniet van de voorstellingen. U bent waarschijnlijk jaloers, want ik heb deze week de kans gekregen om in het Inspinaziehuis te mogen wonen. Ik heb gezien wat er allemaal gebeurt om en rond Inspinazie. 

Stage in een bedrijf met idealen

Op school kregen we de opdracht om op zoek te gaan naar een stageplek voor een ideële stage. “Zoek een plek waar ze hun ideaal en hun visie de wereld inzetten, en kijk hoe ze dat aanpakken.” Dat was geen moeilijke zoektocht, omdat ik wel een plekje kende waar ze een mooi ideaal hebben en waar ik misschien wel welkom was. Vijf dagen lang ben ik met de gezellige bende van Inspinazie op pad geweest, ben ik mee het land doorgereisd om dan thuis te komen met een hoofd vol indrukken en ideeën. Een bom van inspiratie was het, deze week. Ik heb ook alle kanten en aspecten mogen volgen. Het ging van voorstellingen, tot workshops, tot voorbereidingen tot nabesprekingen. Allemaal zo interessant en zo leerrijk. 

Het ene publiek is het andere niet

Wat mij opviel, was hoe verschillend de publieken waren. Hoe groot het verschil is tussen een groep bankmedewerkers en een groep gestalttherapeuten, terwijl we toch allemaal mensen zijn. Het ene publiek is zo enthousiast dat het voor de opdracht is uitgelegd al in actie schiet, het andere zegt liefst zo weinig mogelijk en kruipt het liefst zo ver mogelijk naar achter in de zaal.
Gelukkig hebben we hier te maken met improvisanten*, want die kunnen er wat van, van zich aanpassen. Elk publiek is anders, net zoals elke opdracht anders is. Zelfs al gaat het over hetzelfde thema, nog draait het anders uit, omdat er geluisterd wordt naar de stem van het publiek. Welke situatie willen zij eens uitgevoerd zien, wat vinden zij moeilijk en willen ze in scène laten zetten?
Als publiek lach je je met sommige scènes kapot, omdat Inspinazie erin slaagt elk onderwerp luchtig, maar toch serieus aan te pakken, en op maat van wie voor hen zit.

Spelers geven en spelers krijgen

Ik heb bovendien alles van twee kanten gezien, vanuit het publiek, maar ook vanuit de kleedkamer. Wat vonden de improvisanten er zelf van? Wat is voor hen belangrijk? Want publiek en spelers hebben elkaar nodig. Zij brengen een sterke scène, maar dat kan alleen als het publiek genoeg inbrengt. Het publiek lacht en is dankbaar, en dat geeft de speler voldoening. Zo is de cirkel dan weer rond. 

Improvisatie: a way of life

Een stage waarin ik op zoveel vlakken zo veel heb geleerd. Ik leerde meer over improvisatie. Improvisatie is meer dan alleen theater, het is een manier van leven, een filosofie. Ik leerde over menselijk gedrag, over waarvan mensen bang zijn, hoe ze op bepaalde situaties reageren. Maar ook over hoe publieken verschillen afhankelijk van het milieu waarin ze werken. Of je nu met bankmedewerkers, stagementoren in de zorg, poetsmedewerkers of therapeuten te werk gaat, je werkt met mensen. En die groepen mensen verschillen, dus is het belangrijk dat je met elke groep de juiste aansluiting zoekt.
Ik heb in elk geval erg veel genoten van deze stage, en hoop dat Inspinazie blijft doen waar ze goed in zijn: mensen inspireren met de improvisatiefilosofie op een ervaringsgerichte en ontspannende manier.

*n.v.d.r. Wij noemden onszelf tot nu toe afwisselend improvisatoren, improvisatiespelers, improvisatie-acteurs,… zonder al te groot enthousiasme over een van deze benamingen. En nu schonk Céleste ons tijdens haar stage een nieuw woord dat wij wel smaken, merci! *improvisanten*