Dag van de Mantelzorger of Ontmanteling van Zorg?

Door Nathalie Van Renterghem

Hoeveel plaats krijgt zorgen?

Ze liggen ‘s nachts wakker van een gevoel van tekortkoming.
Ze zijn allergisch geworden aan woorden als positivisme, zelfzorg en zelfinzicht, omdat het allemaal bijkomende “opdrachten” zijn.
Ze lijden onder een structureel gebrek aan mensen en middelen.
Ze hadden zich hun dagen zó niet voorgesteld.
Ze voelen zich geïsoleerd.

In de voormiddag had ik een voorbereidende briefing voor een voorstelling volgende week, voor topmanagers van een grote publieke organisatie.
Bovenstaande is een greep uit wat er speelt.

In de namiddag speelden we een voorstelling voor mantelzorgers.
Bovenstaande is een greep uit wat er speelt.

Het trof me, al die gelijkenissen. Zorgen voor het goede leven van de burger, zorgen voor een hulpbehoevende naaste. Miserie. Waar zijn we mee bezig als zorg zo hard uit onze woordenboeken worden geschrapt. De woordenboeken waarin mens wordt verengd tot consument.
Het kapotbesparen van gezondheidszorg en dienstverlening eist een torenhoge tol.
Niet toevallig dat we de subtitel van een voorstelling recent hadden gewijzigd van Warme zorg en zelfzorg, in Zorg voor zorg. Het wordt gewoon te pervers om de focus te leggen op wat een individu kan doen. Ik hoor mezelf steeds vaker zeggen tegen een potentiële opdrachtgever: “Als de basis niet goed zit gaat onze workshop/voorstelling/training niets veranderen. Als mensen dagelijks worden uitgeperst als citroenen, gaat het in de sessie gaan over… uitgeperst worden als citroenen. Een dag heeft 24 uur en een mens heeft 1 hoofd en 2 handen.” Ik val vaak achterover van hoe genormaliseerd het is dat mensen nu jobs voor 2 of 3 moeten doen, “want ja… we moeten allemaal inbinden.”
Euh.. pardon, hoezo? Hoeveel binden de bovenste lagen van bedrijven, of onze machthebbers in dan? En waar is het protest?

Een loodzware mantel

Want wat me nog veel meer trof waren de verschillen.
De topmanager hoeft niet te malen om zijn eigen loon en huisvesting. Haar hoofdtaak bestaat niet uit de voortdurende en soms eenzame confrontatie met een aftakelende geliefde. De isolatie van een topmanager is de sandwich tussen beleid en medewerkers, niet het stelselmatig vergeten worden door vrienden en nergens meer uitgenodigd worden. De mantelzorger heeft geen batterij aan medewerkers die in zijn plaats kunnen gaan lopen van kast naar muur, in de jungle van procedures om te verkrijgen waar je recht op hebt.

In dat allemaal inbinden zit in elk geval dat sommige mensen een compleet disproportionele hoeveelheid van de totale zorglast dragen, zowel fysiek als psychisch.

Het is vandaag Dag van de Mantelzorger. Laat ons naast het bedanken, genoeg laten doordringen dat zo’n dag veel mooier zou zijn als het om enigszins normale mantelzorg zou gaan.
Niet als opvulling van de kraters in de professionele zorg. Een vrouw vertelde hoe ze keer op keer van verpleegkundigen te horen krijgt dat “zij niet zouden kunnen wat zij doet”. Ze wacht al jaren op een plaats in een gespecialiseerde  zorgvoorziening. “Er moeten er nu nog slechts acht doodvallen,” merkte ze schamper op.
Niet als de grootste bureaucratische ellende. Toen een man vertelde dat hij een premie toegekend kreeg twee jaar nadat zijn vrouw was overleden, volgde massaal herkenbaar geknik in de zaal.
Niet als de zoveelste bevestiging dat mensen veel te veel moeten werken om te leven, waardoor mantelzorg zelden netjes verdeeld raakt over familieleden.
En zeker niet als blindmakerij waarbij ze na de bloemen weer een jaar met een gesust geweten vergeten worden. Wij dachten gisteren ook aan alle mantelzorgers voor wie het niet eens mogelijk is om op zo’n dankdag te geraken.

Veerkracht uit noodzaak

Ik had ook kunnen schrijven over de humor, de wijsheid en de veerkracht die we zagen en hoorden in de vele verhalen die verteld werden. Wat een bron aan inspiratie en wat een heerlijk mooie voorstelling hebben we gespeeld. Er werd letterlijk gelachen en gehuild.
“Dankjulliewel. Dit is zo’n gelukkig moment voor mij.” De kracht van improvisatietheater.

Maar iets van argwaan bekruipt me als het op sloganeske wijze gaat over veerkracht. Veerkracht van mantelzorgers, veerkracht van mensen met een beperking (ge zijt vet met veerkracht in uw rolstoel als er nergens een deftige stoep ligt), veerkracht van kinderen en jongeren met een ton klinische depressies, veerkracht van verzuipende leerkrachten, van ondergewaardeerde zorgverleners, veerkracht van mensen-met-kanker-door-het-gif-in-grond-en-lucht-Kop-op-jij-kan-die-chemo-de-baas-Wat-is-zo’n-chemokuur-nog-vandaag-de-dag-Oeps-nog-meer-vergif-in-twater. Hoera, veerkracht!
Natuurlijk is er veerkracht. Maar ook overleven ziet eruit als veerkracht. En er wordt nogal eens op die schijnbare veerkracht gesurft om dan toch niet heel veel te moeten doen. Ca va wel toch? De minachting waarmee De Croo sprak over de betoging van afgelopen maandag vond ik spotgoedkoop. Wanneer is het trouwens de Dag van de Uitgeperste Citroen?

Laat ons op de Dag van de Mantelzorger zeker ook stilstaan bij de huidige ontmanteling van het concept zorg in het algemeen.
En knuffelen, want er zat grote eensgezindheid bij de vraag wat mantelzorgers écht kunnen gebruiken.
Meer knuffels, échte knuffels.